NOS buitenland
-
Republikein McCarthy afgezet als voorzitter Huis van Afgevaardigden
De Republikein Kevin McCarthy is afgezet in een stemming over zijn voorzitterschap van het Huis van afgevaardigden. Voor de afzetting van McCarthy was een meerderheid nodig. Hoewel hij gesteund werd door het grootste gedeelte van de Republikeinen, stemde een aantal van hen voor de afzetting.
Het is de eerste keer in de geschiedenis van de VS dat de voorzitter van het Huis wordt afgezet. De laatste afzettingsprocedure tegen een voorzitter van het Huis was in 1910 tegen de Republikein Joseph Cannon. Die overleefde de stemming.
De motie om McCarthy af te zetten kwam van zijn partijgenoot Matt Gaetz. Gaetz diende gisteren de motie voor het afzetten van McCarthy in, nadat McCarthy afgelopen weekend met een noodfinancieringswet in samenwerking met de Democraten een shutdown van de Amerikaanse federale regering had voorkomen.
Het Huis van Afgevaardigden stemde eerst over de motie voor de afzettingsprocedure zelf, waardoor er nog een kans was dat de motie weggestemd zou worden. Dat gebeurde niet: 208 leden stemden tegen het indienen van de motie en 218 stemmen voor. Onder de voorstemmers waren elf Republikeinen.
McCarthy volgde begin dit jaar de Democraat Nancy Pelosi op als voorzitter van het Huis. Dat ging niet zonder slag of stoot: er waren vier dagen en vijftien stemrondes nodig voor zijn verkiezing. McCarthy had namelijk te maken met felle tegenstand van een groep conservatieve Republikeinen. Zij verweten hem onder meer te veel met de Democraten samen te werken. Gaetz was een van de Republikeinse parlementariërs die tegen McCarthy stemden.
Uiteindelijk werd McCarthy toch gekozen, maar wel op de voorwaarde dat er maar één Congreslid nodig was om een stemming te krijgen over het voorzitterschap. Normaal is een meerderheid in het Huis nodig om een afzettingsprocedure te starten.
Shutdown
Afgelopen weekend stelde McCarthy een noodfinancieringswet voor om een shutdown, het stilleggen van de federale regering, te voorkomen. Een aantal uiterst conservatieve Republikeinen stuurde aan op een shutdown om hun eisen ingewilligd te krijgen. Zo wilden ze verregaande bezuinigingen op onder andere onderwijs en bijstand. Ook de steun aan Oekraïne wilden ze stopzetten.
Door de noodfinancieringswet werd de begroting voor de komende 45 dagen aangenomen. Vrijwel alle Democraten en de meeste Republikeinen stemden voor het pakket.
-
Zeker twintig doden bij ongeluk met toeristenbus bij Venetië
Bij een ongeluk met een bus bij Venetië zijn zeker twintig doden gevallen, onder wie twee kinderen. Dat meldt de burgemeester van de Italiaanse stad. Er zijn meer dan twintig mensen gewond naar het ziekenhuis gebracht. Ook zouden er nog mensen worden vermist. Gevreesd wordt dat het dodental nog oploopt.
De volle lijnbus schoot door de vangrail en stortte van een viaduct zeker 10 meter naar beneden, kwam op een spoorlijn terecht en vloog in brand. Burgemeester Brugnaro spreekt van een "apocalyptisch tafereel". Waarschijnlijk is de bus zo snel in brand gevlogen doordat hij op methaan reed.
Het ongeluk gebeurde op de weg bij Mestre, aan de noordkant van de stad, toen de bus een oprit naar de snelweg op reed. De oorzaak van het ongeluk is nog niet bekend.
Dit zijn de eerste beelden van het ongeluk:
Volgens de burgemeester ging het om een lijnbus, maar werd die gebruikt als shuttlebus voor het vervoer van toeristen van Venetië naar een camping in het nabijgelegen Marghera. De bus vervoerde behalve Italianen ook mensen van andere nationaliteiten, onder wie Oekraïners.
De hulpdiensten hebben mensen die bekneld zaten uit de bus bevrijd.
Het scenario voor noodsituaties is in werking gesteld, wat onder meer inhoudt dat de capaciteit in de ziekenhuizen is opgeschaald.
Premier Meloni heeft in een eerste reactie haar medeleven betuigd met de slachtoffers en de nabestaanden, mede namens de regering.
-
'Laatste vluchtelingen vertrokken uit Nagorno-Karabach'
De laatste etnische Armeniërs zijn vertrokken uit Nagorno-Karabach, meldt Armenië. De Armeense enclave in Azerbeidzjan is inmiddels grotendeels verlaten.
Er woonden zo'n 120.000 etnische Armeniërs in Nagorno-Karabach. Ruim 100.000 van hen zijn volgens de Armeense regering naar Armenië gevlucht sinds Azerbeidzjan de controle over de regio ruim anderhalve week geleden overnam na een oorlog van 24 uur.
Op onderstaande beelden is te zien dat er nauwelijks auto's meer zijn in de hoofdstad Stepanakert.
In de hoofdstad Stepanakert zijn nog maar enkele honderden mensen, meldt het Rode Kruis. In de stad leefden voorheen zo'n 55.000 etnische Armeniërs. Ziekenhuizen functioneren niet meer, het medisch personeel is vertrokken, meldt de hulporganisatie. Ook de directeur van het mortuarium is weg. De teamleider van het Rode Kruis spreekt van "een surrealistische situatie".
De overgebleven inwoners zijn veelal ouderen, zieken en mensen met een beperking. Medewerkers van het Rode Kruis proberen met megafoons achterblijvers op te sporen.
Ook op onderstaande beelden uit de hoofdstad is nauwelijks verkeer te zien.
De meeste inwoners zijn gevlucht uit angst voor etnische zuiveringen. Dat is volgens Azerbeidzjan niet nodig. Het land zegt Nagorno-Karabach vreedzaam te willen integreren, maar dat wordt vanwege de gewelddadige voorgeschiedenis niet geloofd.
De enclave Nagorno-Karabach hoort formeel bij Azerbeidzjan, maar werd voornamelijk bewoond door etnische Armeniërs die er een separatistisch zelfbestuur hadden.
Van dat bestuur zijn volgens Azerbeidzjan vier separatistische leiders gearresteerd. Het gaat om twee oud-presidenten van de Armeense enclave, Bako Sahakyan en Arkadi Ghukasyan, en Arayik Harutyunyan, die president was toen Azerbeidzjan de controle overnam. Ook de voorzitter van het parlement van Nagorno-Karabach zou zijn opgepakt.
Drie andere voormalige leiders, onder wie twee ministers en het hoofd van de veiligheidsdienst, zijn wel veilig de grens overgekomen, meldt Armenië.
-
Servië arresteert Servische politicus na aanval op klooster in Kosovo
Servië heeft de etnisch Servische politicus Milan Radoicic uit Kosovo gearresteerd vanwege zijn betrokkenheid bij gevechten in Kosovo twee weken geleden. Dat heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken bekendgemaakt.
Radoicic was de vicepresident van de Servische politieke partij Srpska Lista in Kosovo. De partij heeft banden heeft met de partij van de Servische president Vucic.
Dronebeelden
Twee weken geleden bezette een groep van ongeveer dertig zwaargewapende mannen een kloostercomplex in Kovoso. Bij de vuurgevechten tussen de Kosovaarse politie en de groep vielen vier doden en meerdere gewonden.
Onder de doden waren drie schutters en een Kosovaarse politieagent. Volgens de Kosovaarse autoriteiten lag er een grote hoeveelheid wapens en explosieven in het klooster.
De Kosovaarse minister van Binnenlandse Zaken plaatste op Facebook dronebeelden van het klooster waarop Radoicic te zien zou zijn.
Enkele dagen na de bezetting bevestigde Radoicic in een verklaring via zijn advocaat dat hij bij de aanval betrokken was "om het Servische volk aan te moedigen zich te verzetten tegen het terroristische regime van Kurti". Kurti is de premier van Kosovo.
Radoicic zei dat de Servische autoriteiten niet op de hoogte waren van zijn handelen en dat hij zijn functie bij de partij had neergelegd.
Verdacht van moord
De etnisch Servische politicus en zakenman werd al gezocht omdat hij verdacht wordt van betrokkenheid bij de moord op de gematigde Kosovaarse Servische leider Oliver Ivanovic in 2018. De Servische president Vucic heeft Radoicic meerdere keren verdedigd. Ook na de recente aanval noemde Vucic hem lovend een "echte patriot" die de Kosovaarse Serviërs verdedigt.
De Europese Unie en de Verenigde Staten hadden Servië opgeroepen om iedereen die betrokken was bij de bezetting van het klooster te berechten.
Gewelddadige confrontaties tussen etnische Serviërs en de Kosovaarse politie komen vaker voor, maar de recente aanval was de grootste in jaren. Dit voorjaar leken de leiders van beide landen toe te werken naar een samenwerking. Onder leiding van de EU-buitenlandchef Borrell bereikten ze een akkoord over het "normaliseren van de relaties."
Enkele weken later liepen de spanningen tussen beide landen weer op, na lokale verkiezingen. Etnische Serviërs probeerden te voorkomen dat in een aantal noordelijke gemeenten etnisch Albanese burgemeesters werden geïnstalleerd. De Serviërs hadden de verkiezingen geboycot, waardoor de opkomst slechts 4 procent was. Bij ongeregeldheden daarna raakten tientallen NAVO-militairen gewond.
Extra NAVO-troepen
De NAVO maakte na de gewelddadigheden vorige week bekend extra troepen te sturen naar Kosovo. De VN-vredesmacht KFOR is al sinds 1999 aanwezig in Kosovo. Tegenwoordig zijn er ongeveer 4500 NAVO-militairen in het gebied. Hoeveel daar bij komen is onduidelijk.
De Amerikaanse regering heeft er daarnaast bij Servië op aangedrongen om zich terug te trekken uit het grensgebied met Kosovo. Het Witte Huis zei een grote militaire inzet te zien langs de grens met Kosovo met een "ongekende hoeveelheid" geavanceerde Servische artillerie en tanks.
Servië zei daarna de troepenmacht met de helft te hebben verminderd, maar de VS liet weten dit nog niet te kunnen bevestigen.
-
Napolitanen bevreesd na bevingen: zorgen om uitbarsting ondergrondse vulkaan
Het was acht over tien 's avonds toen gisteren even ten westen van Napels de aarde begon te beven. Slachtoffers vielen er niet, materiële schade was er nauwelijks. Toch schreeuwden inwoners in pyjama op de lokale televisie hun longen uit hun lijf. "Zeg het ons als we weg moeten! Wij willen hier niet sterven!"
De bezorgdheid in het gebied is zo groot, omdat de beving gisteren al de zoveelste was in een paar weken tijd. Inwoners vrezen dat de seismische activiteit een voorbode is voor meer ellende. Hun huizen zijn immers gebouwd op een ondergrondse mega-vulkaan.
Anders dan bij de bekende Vesuvius, die ten oosten van Napels ver boven de stad uitsteekt, bevindt de dreiging zich aan de westkant van de stad onder de grond. Die zone heet campi flegrei, een term die stamt uit het Grieks en 'brandende velden' betekent. Het gebied bestaat uit een aaneenschakeling van tientallen ondergrondse kraters, ooit ontstaan na de uitbarsting van een enorme vulkaan.
De kraters zijn geen braakliggend terrein, maar wel de ondergrond voor enkele dichtbevolkte gemeentes. Er zijn scholen op gebouwd, huizen, gevangenissen, ziekenhuizen. In totaal wonen in het risicogebied zo'n half miljoen mensen.
Door de vulkanische activiteit hebben de campi flegrei regelmatig te maken met bevingen en ook met een beweeglijke bodem: door de ondergrondse opstapeling van gassen stijgt de grond. Zo ligt het stadje Pozzuoli nu ongeveer een meter hoger dan 18 jaar geleden. Het is een fascinerend fenomeen voor seismologen, maar voor inwoners is het een voortdurende bron van zorg.
Door de vele recente bevingen vrezen zij dat een of meerdere kraters op uitbarsten staan. Het Italiaanse vulkanologisch instituut INGV, dat het gebied in de gaten houdt, zegt daar vooralsnog geen directe aanwijzingen voor te hebben. "De activiteit neemt toe, maar we hebben geen aanwijzingen dat er magma naar de oppervlakte stijgt", legt vulkanoloog Roberto Isaia uit tegenover het Italiaanse persbureau ANSA.
Helemaal geruststellend klinkt de vulkanoloog echter niet: "We kunnen niet uitsluiten dat er op enkele kilometers diepte wel kleine hoeveelheden magma zich verplaatsen".
De voorlopige consensus onder wetenschappers is dat een grote uitbarsting de komende tijd niet aan de orde is, maar dat een kleinere variant wel degelijk mogelijk is. Gezien de grote bevolkingsdichtheid kan ook dat problematisch worden.
Twijfels over evacuatieplannen
Om het zekere voor het onzekere te nemen, kwamen de burgemeesters van het gebied gisteren met het regiobestuur samen om de situatie te bespreken. Enkele gemeenten besloten vandaag de scholen gesloten te houden, om zo schoolgebouwen aan extra aardbevingscontroles te kunnen onderwerpen. Ook ziekenhuizen en grote wegen worden extra gecontroleerd.
Daarnaast werden de bestaande evacuatieplannen besproken. Ook daarover hebben inwoners grote zorgen: door de covid-uitbraak zijn ze sinds 2019 niet meer bijgewerkt, noch geoefend. En dat terwijl in het gebied veel illegaal wordt gebouwd, waardoor theoretische scenario's over vluchtwegen niet noodzakelijk toepasbaar zijn in de praktijk.
Zo klaagt de burgemeester van de gemeente Bacoli in de krant La Repubblica dat een deel van zijn inwoners volgens de laatste plannen moet vluchten over een weggetje van drie meter breed. Er is geld vrijgemaakt om de weg te verbreden, maar de werkzaamheden zijn nog niet begonnen. Zo zijn er in het hele gebied van de campi flegrei meerdere voorbeelden.
Oproepen tot kalmte
De burgemeester van de stad Pozzuoli riep vandaag dan weer op tot kalmte: "Natuurlijk moeten die scenario's getest en bijgewerkt worden. Maar mensen moeten zich niet alleen voelen. Er is een hele reeks instanties die de situatie van dichtbij in de gaten houdt."
Omdat de bevingen waarschijnlijk nog dagen of zelfs maanden zullen aanhouden, kunnen bewoners er volgens hem maar beter aan wennen.
De Napolitanen die gisteravond in hun pyjama naar buiten naar buiten vluchtten, hadden aan de geruststellende woorden van hun burgemeester weinig boodschap. "Ik kan al weken niet slapen. Waar de fuck is de burgemeester nu, midden in de nacht?" schreeuwde een vrouw met dik accent naar de camera's van de lokale televisie. "Wij zijn hier helemaal alleen."